KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
GEZONDHEIDSTIPSERVARINGEN EN INZICHTEN |
CLICK HERE FOR |
De verwondingen die via sportbeoefening worden opgelopen, worden zeer specifiek blessures genoemd. Om nog iets meer nadruk te leggen op het feit dat blessures het gevolg zijn van sportbeoefening, wordt ook wel gesproken van: "sportblessures". Vormen van lichaamsbeweging welke geen spelelement en/of wedstrijdelement in zich hebben, noemt men de facto geen sport, alhoewel ook die vormen van lichaamsbeweging voor de lichamelijke gezondheid erg van belang zijn. Ja, zelfs van nog groter belang! Dit omdat door die andere vormen van lichaamsbeweging beduidend minder letsels worden veroorzaakt.
Als sportbeoefening, ondanks de positieve invloed op het lichamelijk welbevinden, dan toch zoveel letsels tot gevolg hebben, kan de vraag gesteld worden wat dan toch het grote nut van sportbeoefening is. Als antwoord daarop is dat ten eerste het feit dat heel veel mensen geen of weinig lichaamsbeweging zouden krijgen als zij zich niet met sportbeoefening zouden bezig houden. En ten tweede is dat, als antwoord op de hieraan voorafgaande stelling, het feit dat sportbeoefening ook een zeer sterk sociaal element in zich draagt. Door met meerdere mensen een sportdoel na te streven, wordt het groepsgevoel sterk bevorderd. Vooral voor mensen die dat groepsgevoel op andere wijzen teveel missen, is dat element van zeer groot belang.
Voor mensen die niet actief aan sportbeoefening doen, maar die er wel op passieve wijze van weten te genieten, kan sportbeoefening ook van belang zijn. Immers voor die mensen geeft het een zeker doel in hun leven. Een na te streven doel wat met zich meebrengt dat zij hun aandacht niet zinloos op andere al te triviale en soms zelfs kwalijke zaken gaan richten. Met het op passieve wijze genieten van sportbeoefening is dus weinig mis, tenminste zolang men daar als individu mee bezig is. Want zodra die passieve vorm van sportbeoefening namelijk in groepsverband plaatsvindt, komt al gauw de niet te onderschatten schaduwkant van passieve sportbeoefening naar voren. In de problematiek van de zogeheten "hooligans" wordt die schaduwkant van de passieve sportbeoefening maar al te goed geëtaleerd.
Alhoewel dus die passieve vorm van sportbeoefening kwalijke kanten heeft, heeft ook de actieve vorm van sportbeoefening zijn kwalijke kanten, zoals wij eerder al zagen. Namelijk in de vorm van de vele blessures die daar gewoonlijk een gevolg van zijn. Wat de aan het uitoefenen van sport verbonden blessures betreft, zijn vooral de blessures bij balsporten als: "voetbal" en "volleybal" berucht. Door het fanatisme waarmee deze sporten in wedstrijdverband worden beoefend, is het aantal en de ernst van de blessures die hierbij worden opgedaan regelmatig bijzonder groot. Sommige mensen raken hierbij zelfs zo ernstig geblesseerd, dat zij vervolgens voor de rest van hun leven niet meer aan het arbeidsproces kunnen gaan deelnemen. Ook de frequentie waarin mensen tijdelijk van het arbeidsproces raken uitgeschakeld, is bij deze sporten bijzonder hoog. En het aantal malen waarin deze sporters geringe, tot zelfs zeer intensieve, medische hulp nodig hebben is bij deze sporters ook bijzonder hoog. De maatschappelijke kosten welke deze betreffende balsporten met zich meebrengen zijn dan ook erg hoog.
"Maar hoe kan het toch dat juist bij dit soort sporten de frequentie en de aard van de blessures zoveel groter c.q. ernstiger is, dan bij vele andere sporten het geval is?", zal men zich kunnen gaan afvragen. Dat komt ten eerste omdat deze beide sporten wedstrijdsporten zijn. En ten tweede omdat bij deze beide sporten de zo kwetsbare enkels erg zwaar worden belast. Bij voetbal zijn het wat dat betreft enerzijds de snel opeenvolgende wisselingen in het gebruik van de enkels en anderzijds de trappen die door toedoen van medespelers tegen de enkels worden opgelopen. Terwijl bij volleybal het wat dat betreft enerzijds eveneens de opeenvolgende snelle wisselingen zijn in het gebruik van de enkels en het anderzijds de plotselinge en krachtige sprongen zijn die hierbij worden gemaakt. Het zijn dus relatief vaak de enkels die bij deze beide sporten problemen opleveren. Het feit dat het wedstrijdsporten zijn, brengt met zich mee dat men (veel meer dan bij niet-wedstrijdsporten) de neiging zal hebben om nog even door te gaan bij het voelen van een pijntje. Een probleem aan de enkels lost zich normaliter vaak relatief gemakkelijk op wanneer men de enkels even rust gunt. Doet men dat niet en gaat men (tegen beter weten in) toch nog een tijdlang door met sporten, dan verergert het probleem zich. En dan zal men een tijdlang niet meer optimaal gebruik kunnen gaan maken van de enkels. Niet tijdens de sportuitoefening, niet tijdens de beroepsuitoefening, maar ook niet tijdens de normale bezigheden in de overige tijd. Het feit dat deze ongezonde effecten vooral bij de beide genoemde sporten een grote rol spelen, komt dus ook voor een belangrijk deel door het fanatisme waarmee men deze sporten gewoon is te beoefenen.
N.B. Bij sporters leeft sterk de gedachte dat het van belang zou zijn, om voorafgaand aan een intensieve vorm van sportbeoefening, de beenspieren te gaan rekken en te gaan strekken. De reden dat men dit meent te moeten doen, is om te voorkómen dat men door het sporten een blessure oploopt. Maar er is nog nooit wetenschappelijk goed aangetoond dat dit hiervoor werkelijk van belang zou zijn. Het zou daarentegen wel van belang kunnen zijn om stijve spieren te voorkómen. Om tijdens een wandeling stijve beenspieren te voorkómen, zou men echter ook heel goed gebruik kunnen gaan maken van een trucje wat op deze website staat beschreven. Klik daarvoor op deze link.
Vóór u besluit om een tip (die op deze website staat vermeld) te gaan opvolgen, dient u eerst de veiligheidsadviezen te lezen. Klik daarvoor op deze link.