KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

GEZONDHEIDSTIPS

ERVARINGEN EN INZICHTEN

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH



Snurken

Als men tijdens het slapen snurkt, heeft men een probleem wat niet gemakkelijk even volledig opgelost kan worden. Tenminste niet als men dat wil doen zonder toepassing van anti-snurkhulpmiddelen. Toch kan het snurkprobleem in veel voorkomende gevallen wel in sterke mate worden gereduceerd. Namelijk in die gevallen en bij die mensen waarbij sprake is van een relatief hoge ademhalingsfrequentie (tachypnoe). En/of bij die mensen waarbij sprake is van al te diep ademhalen (hyperpnoe). Door alleen al de ademhalingsfrequentie bijvoorbeeld met 50% te verlagen, wordt ook het snurkprobleem met 50% gereduceerd. Dat maakt dan nogal een verschil. "Maar is dat dan mogelijk?", zult u vragen. "Is het mogelijk om mijn ademfrequentie in die mate te verlagen?" Ja, dat is goed mogelijk! Als u daar een tijdje bewust mee bezig gaat, eventueel met behulp van een fysiotherapeut of een specifieke ademtherapeut, is dat vrij gemakkelijk te realiseren. Maar niet alleen de frequentie waarmee u ademhaalt kan vrij eenvoudig met ademhalingsoefeningen worden gereduceerd, ook de diepte van uw ademhaling is betrekkelijk eenvoudig te verminderen. Stel dat u ook in staat bent om de diepte van uw ademhaling met 50% te verlichten, dan heeft u vrij simpel uw snurkprobleem met 75% verlicht. Een dergelijke sterke verlichting van uw probleem met het snurken, zal zonder enige twijfel, aan uw gezondheid goed te merken zijn. En dat door slechts een paar keer per dag gedurende betrekkelijk korte tijd die zo eenvoudige ademhalingsoefeningen uit te voeren.

Om te voorkomen dat u tijdens uw slaap zou gaan snurken, is het belangrijk dat u in ieder geval vlak na het naar bed gaan (nog) een keer de betreffende ademhalingsoefeningen gaat doen. Dit om te bereiken dat u, vooral op dat moment, op de gewenste wijze zult gaan ademen (eupnoe). Maar als u dat eenmaal heeft gedaan en u gaat dan vervolgens liggen nadenken over het een of andere probleem, of over het een of andere leuke idee wat u de volgende dag zou kunnen gaan verwezenlijken, gaat het weer mis. Door te gaan nadenken, zult u bemerken dat u als vanzelf ook weer frequenter gaat ademen. Daarmee spant u dan spreekwoordelijk het paard achter de wagen. Als u naar bed bent gegaan, kunt u veel beter gaan liggen genieten van de rust die over u komt. En als u zich nog te veel voelt opgeladen door de vele zaken waarmee u zich die dag hebt beziggehouden en u uw gedachten daaraan nog niet goed kunt loslaten, dan is het verstandig om u te gaan concentreren op het loslaten van de tonus op iedere denkbare spier in uw lichaam. Mocht ook dat op dat moment niet goed lukken, omdat u nog te helder van geest bent om te kunnen gaan slapen, verlaat dan uw bed tot aan het moment dat u wel echt slaperig bent gaan worden. En ga dan, als u weer opnieuw naar bed bent gegaan, alsnog even de betreffende ademhalingsoefeningen doen. Het is nu eenmaal veel beter om kort en goed te slapen, dan lang en slecht. Als u niet alleen slecht zou slapen, maar ook nog eens zou gaan snurken tijdens uw slaap, is dat eens te meer slecht voor uw gezondheid en uw welbevinden. Door te snurken ontstaat er een zuurstoftekort in de hersenen. En het gevolg van dat zuurstoftekort in uw hersenen is dat u, als reactie daarop, automatisch meer gaat ademen. En dat u als gevolg van dat extra ademen ook weer meer gaat snurken. Voilá: de vicieuze cirkel van het ongezonde slaappatroon als gevolg van het snurken.

Als medici het over het snurken hebben, gebruiken zij daarvoor het Latijnse woord: stertor. Zij beseffen maar al te goed dat dit een serieus gezondheidsprobleem is. Maar de mogelijkheden voor hen om dit probleem (waarmee zovele mensen kampen) rigoureus aan te gaan pakken, zijn zeer beperkt. Zij zien zich daardoor vaak beperkt tot het geven van algemene adviezen. Bijvoorbeeld tot het advies om met dat probleem naar een fysiotherapeut te gaan. En om de frequentie en de diepte van de ademhaling te gaan reduceren door ademhalingsoefeningen te gaan doen. Hoewel algemeen bekend is dat de ademhaling wordt gereguleerd door het autonome zenuwstelsel, kan men er wel degelijk invloed op uitoefenen. Zelfs zo goed dat men na voortduring van die oefeningen zelfs al te oppervlakkig of zelfs uitgesproken traag zou kunnen gaan ademen (bradypnoe). Als u daardoor bijvoorbeeld slechts drie tot vier maal per minuut zou gaan ademen, zou u met hoofdpijn te kampen kunnen krijgen. En het zou u problemen kunnen gaan opleveren bij fysieke inspanning. Zelfs bij een betrekkelijk lichte fysieke inspanning als waarvan bij een wandeling sprake is. Als u bijvoorbeeld bij een wandeling last krijgt van een samenknijpend gevoel in uw hals en/of van een drukkende pijn in de borst, kan dat o.a. een gevolg zijn van bradypnoe (dus een te langzame ademhaling). Tijdens een wandeling is een ademhalingsfrequentie van 10-16 keer/minuut normaal. Als dat bij u beduidend lager is, is het zaak om in het vervolg (voorafgaande aan die lichamelijke inspanning) over te gaan op het uitvoeren van buikademhalingsoefeningen. Het uitvoeren van buikademhalingsoefeningen is overigens ook een goede zaak wanneer u zich gespannen voelt, of wanneer u ergens (te) druk mee bezig bent geweest (onder dat soort omstandigheden kan het als gevolg van de stress ook gebeuren dat u de adem enige tijd inhoudt). Het overschakelen van borstademhaling op buikademhaling lukt vrij gemakkelijk als u gaat visualiseren dat u een zwaar voorwerp moet gaan optillen. Als men dit een aantal malen achterelkaar doet, komt men vrij gemakkelijk in de modus van de buikademhaling terecht. Voorafgaande aan het optillen van een zwaar voorwerp zult u immers bijna als vanzelf uw buik gaan opbollen. Dit opbollen van de buik wijst er dan op dat u bezig bent met de buikademhaling.

Als u dan nog steeds niet helemaal vrij bent van uw nachtelijk geronk, dit ondanks het feit dat u al enkele weken met ademhalingsoefeningen bezig bent geweest, mag u verwachten dat er nog andere omstandigheden aanwezig zijn die aan de diepte en de frequentie van uw gesnurk bijdragen. Er kan dan sprake zijn van:

Als van die feiten sprake is, zal daar vanzelfsprekend met preferentie aandacht aan moeten worden geschonken. Maar het kan ook zijn dat er factoren zijn die niet zozeer direct van invloed zijn op het snurkprobleem, maar die meer indirect bijdragen aan een verheviging van het snurkprobleem. Die factoren zijn de volgende:

Maar stel nu dat deze factoren bij u geen rol spelen, gewoon omdat daarvan bij u geen sprake is. En dat ook de ademhalingsoefeningen u niet, of niet helemaal, hebben geholpen en u er toch naar streeft om te proberen uw snurkprobleem nog verder te minimaliseren. Wat kunt u dan verder nog doen?

Dan zou u nog een aantal additionele mogelijkheden kunnen gaan uitproberen om er vanaf te komen. Dat zijn puntsgewijs de volgende oefeningen:

Wat de keeloefeningen; de kaakoefeningen en de tongoefeningen betreft zou u contact kunnen gaan opnemen met een zangleraar, of een zanglerares. En voor het aanleren van de resterende oefeningen uit het bovenstaande rijtje van additionele anti-snurkoefeningen, zou u contact kunnen opzoeken met een fysiotherapeut; een haptonoom, een yogaleraar of yogalerares, een psychiater, een psycho-therapeut, of "last but not inevitably least" een hypnotherapeut.

N.B. Mensen die snurken hebben vaak een rochelende ademhaling. Dat is duidelijk verschillend aan een piepende wijze van ademhalen. Klik wat dit laatste betreft op de link: Piepende ademhaling



Vóór u besluit om een tip (die op deze website staat vermeld) te gaan opvolgen, dient u eerst de veiligheidsadviezen te lezen. Klik daarvoor op deze link.